Interview met onze collega Douwe

Helmie Groennieuws, praktijknieuws

Douwe gaf onlangs een interview over zijn werk als doktersassistent in onze praktijk. Omdat Douwe nog niet zo lang in de praktijk werkt, is dit een leuke kennismaking met een collega waar we blij mee zijn!

Op bezoek bij

Douwe van der Meulen

‘Ik ontdekte een nieuwe wereld buiten de muziek’

 Al voor corona overwoog hoboïst Douwe van der Meulen om ook als doktersassistent te gaan werken. Maar de pandemie gaf het laatste zetje.

Tekst en foto’s: Hugo Pinksterboer

Als fulltime hoboïst speelde Douwe de meest uiteenlopende muziek in de meest uiteenlopende gezelschappen. Daarnaast gaf hij twee halve dagen per week les aan muziekscholen. Een meer dan volle agenda, zou je zeggen. ‘Dat klopt, maar tegelijkertijd had ik op die muziekscholen na eigenlijk niets vasts. Een orkest kan zomaar voor een andere hoboïst kiezen. Subsidies kunnen vervallen. En wat als je bijvoorbeeld artrose krijgt?’

Toen een violiste vertelde dat zij om vergelijkbare redenen aan de opleiding tot doktersassistent was begonnen, spitste Douwe zijn oren. Maar hij deed er pas wat mee toen hij door corona ineens tegen een lege agenda aankeek. In januari 2020 begon hij aan de verkorte opleiding, waar anderhalf jaar voor staat. ‘Het was veel leerstof. Daarmee hield het voor mij niet op, want ik ging ook op zoek naar de onderliggende principes van wat ik moest leren. Deels uit nieuwsgierigheid, deels ook omdat ik dingen beter kan onthouden als ik ze echt begrijp, als ik verbanden kan leggen.’

Bij Huisartsenpraktijk Rivierenbuurt in Amsterdam krijgt hij alle gelegenheid om op die manier aan het werk te gaan. ‘Ik mag vragen wat ik wil. En dat moet hier ook wel, want de vier assistenten zijn er nooit allemaal tegelijkertijd. Je moet dus echt van alle markten thuis zijn. Daarbij helpt het als je breder denkt en verder kijkt dan de standaard feitenkennis. Dat doet iedereen hier, merk ik. We zijn bijvoorbeeld een uitgesproken LHBTI-vriendelijke praktijk, waar we laagdrempelig PReP voorschrijven voor patiënten die dat van hun eigen arts niet krijgen.’

In november begint Douwe aan de opleiding POH. ‘Maar ik blijf dan zeker nog een dag per week als doktersassistent werken. Ik ben tenslotte nog maar net begonnen.’ Daarnaast is hij nog hoboïst. Daarbij moest hij wel een stapje terug doen. ‘Vroeger speelde ik vaak de eerste hobo, nu kies ik meestal voor de tweede partij. En bepaalde concerten kan ik niet meer doen, gewoon omdat ik niet genoeg speel. Daar staat tegenover dat ik er een heel nieuwe wereld bij heb gekregen. Een wereld buiten de muziek, waar ik opeens een dwarsdoorsnede van de samenleving ontmoet. Dat is een grote verrijking. Ik vind het heel bijzonder om te bedenken hoe ik mensen manieren kan aanreiken om beter voor zichzelf te zorgen.’

Daarbij waakt hij voor te hoge verwachtingen, zowel voor zichzelf als bij zijn patiënten. ‘Dat is een van de redenen waarom ik uitga van de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt. Als je mensen iets aanreikt en ze kiezen er bewust voor om er niets mee te doen, dan moet je dat los kunnen laten.’

Eigen verantwoordelijkheid is voor hem een sleutelwoord. ‘Als musicus ben jij er verantwoordelijk voor dat je je partij kent, dat je instrument in orde is en dat je goed speelt. De andere leden van het orkest moeten daar blind op kunnen varen. Je mag geen fouten maken, net als in de zorg. Een verkeerde injectie heeft natuurlijk heel andere gevolgen dan een foute noot, maar ze mogen allebei gewoon niet voorkomen. Ook niet onder druk, en die druk in een praktijk is op punten heel goed vergelijkbaar met de druk die je als musicus kan ervaren.’

Dat Douwe in zijn nieuwe werkkring nieuwe ervaringen opdoet, spreekt voor zich. En andersom? ‘Ik denk dat een nieuwe medewerker in een praktijk altijd voor een frisse blik zorg, zeker als je vragen stelt. Als jij veel wilt leren, leren je collega’s daar ook van. Daarnaast heb ik een eigen manier om patiënten te benaderen. Eén element is dat ik probeer mild te zijn waar het moet, en streng waar het kan. Meestal gaat dat andersom: streng waar het moet, mild waar het kan. Voor mij werkt dat niet. Mensen mogen vaak best wat milder voor zichzelf zijn, vind ik.’

Met nog maar een paar maanden werkervaring heeft Douwe al zijn eigen spreekuur. Als ondersteuner van de POH somatiek doet hij een dag per week licht cardiovasculair risicomanagement. ‘Het protocol zegt dat cholesterolverlagers voor patiënten boven de 70 niet meer geïndiceerd zijn, omdat er op korte termijn bijwerkingen kunnen optreden en de langere termijn er niet meer zou zijn. Maar moet je die medicatie dan niet voorschrijven bij oudere patiënten die de pech hebben van een familiaire hypocholesterolemie, maar die verder kerngezond zijn? Het zou toch jammer zijn als zo iemand vroegtijdig overlijdt aan aderverkalking…’